In 1847 maakte Alfred Rether een schilderij van Karel de Grote waarop zijn gezicht achter een sluier vervaagd. Het schilderij refereert aan een middeleeuwse beschrijving van de grafopening door keizer Otto III. Tegelijkertijd symboliseert het de verdwijning van de karaktertrekken van de historische Karel achter een sluier van latere interpretaties en herinterpretaties. Iedere eeuw heeft zijn eigen betekenis aan Karel de Grote gegeven; ideale heerser, heilige, zekerheid voor welvaart en stabiliteit, Fransoos of Duistser.
In de 20e eeuw legden de Nationaal-socialisten beslag op zijn nagedachtenis. Aanvankelijk gebruikte het regime hem als vijandbeeld. Hij belichaamde de Saksenslachter en werd pal tegenover de Saksische aanvoerder Widuwkind, het symbool van de Germanen bij uitstek, gesteld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde dit echter geen rol meer. De NS-propaganda ensceneerde Karel de Grote als voorloper van Hitler en zijn rijk als voorvorm van de Nieuwe Orde. “Division Charlemagne” was de naam van een eenheid van de Wapen SS, die het doel had Franse vrijwilligers voor de Duitse vernietigingsoorlog in Oost Europa te mobiliseren.
Alfred Rethel, Fresco, 1847
Stadhuis Aken, Kroningszaal